Zijn carrière als kunstenaar ging opeens heel snel na de ontdekking van zijn werk door Bert Schoonhoven, curator van de Amsterdam Outsider Art Gallery. In een artikel (1) omschreef Schoonhoven hem als volgt: ‘Het is de Artist in hem die het outsider zijn dragelijk en leefbaar heeft gemaakt. De beeldtaal is ontstaan uit de gebeurtenissen uit zijn leven. […] Hij heeft, zoals hij dat zelf zo mooi zegt, een deurtje naar het heelal waaruit de beelden naar boven komen. […] De beelden van buitenaf en de beelden die van binnenuit komen, combineert hij met elkaar. […] En zo ontstaan er uiteindelijk prachtige tekeningen die nu al gezien worden als een hoogtepunt binnen de Outsider Art.’
In dialoog met de kunstenaar
We praten over zijn komende tentoonstelling in Het Dolhuys waar ‘Het Bidboek van Arthurp’ als pièce de résistence en vier van zijn ‘Bidprints’ te zien zullen zijn. Onze ontmoeting vindt plaats in het bescheiden appartement in Amsterdam waar hij woont en werkt. Het houdt het midden tussen een studentenkamer en een atelier voor het maken van kunst op klein formaat. Ik zeg dat, omdat ik toen ik de tekeningen voor het eerst zag, overvallen werd door een stroom van vragen. Wat zie ik eigenlijk? Zit er een bedoeling achter? Moet ik er iets van vinden? Is het outsider art en waarom dan wel? Als aftrap van het gesprek wijs ik naar een van de vele horizontaal gestapelde, ingelijste tekeningen. Wat wilde je uitdrukken in die collage van afbeeldingen?
Emotional detoxification
Arthur Prins: ‘Het is geen collage. Het zijn clusters van tekeningen op A3-formaat, meervoudige ruimtes met verschillende vensters. Deze vensters zijn mede geïnspireerd op de serie ‘Emotional Detox’ van beeldhouwer Marc Quinn. Ken je die serie?’ Op mijn gedeeltelijke ontkenning: ‘Wel Quinn, niet de serie’, antwoordt hij: ‘Je kunt het gemakkelijk vinden op het internet.’ Inderdaad, later bij terugkomst thuis, brengt mijn zoekmachine mij via de coördinaten ‘Quinn – emotional detox’ rechtstreeks bij de site van het Tate Britain. Het blijkt om een serie sculpturen van Marc Quinn te gaan die daar in de zomer 1995 zijn tentoongesteld.
Met de vensters van Prins meer in mijn brein dan op mijn netvlies, lees ik in de toelichting van het Tate: ‘Emotional detox is a series of sculptures made of lead and cast from Marc Quinn’s own body. Detoxification is shown both as an overpowering physical convulsion to rid the body of poisons, and as a psychological battle to gain mental stability. This struggle against dependency involves a painful release as repressed emotions are newly experienced, forced out and sweatened through the skin. These sculptures are inspired by a traditional iconography – the seven sins.’
Prins blijkt de tentoonstelling niet in het Tate Britain te hebben gezien, maar in 2014 tijdens de tentoonstelling van de collectie van kunstverzamelaars Martijn en Jeannette Sanders in het Stedelijk Museum in Amsterdam. ‘Ze stonden in het eerste zaaltje. Ik was plat toen ik de zeven sculpturen zag. Ik ben er wel vijf keer naar komen kijken.’
Arthur Prins blijkt als outsider artist, voor wat betreft de literatuur en het documentatiemateriaal waaraan hij zijn inspiraties ontleent, zijn ‘buitenwereld’, meer dan doorsnee onderlegd. Hij kwam van ver en zijn weg naar het kunstenaarschap kende vele hindernissen. Er waren gevolgen van hersenvliesontsteking in zijn vroege jeugd, van medicatieperikelen, doofheid. Ze hebben geleid tot ernstige leerachterstanden en tot blijvende gezondheidsproblemen. Maar dankzij zijn ouders die hem in alle opzichten ondersteunden in haalbare ambities en zeker ook door zijn ‘bijzonder zijn’ is hij echter toch de beeldend kunstenaar geworden die hij nu is. Die kunstenaar maakt nu vooral series van tekeningen waar de door hem gefilterde buitenwereld en zijn unieke binnenwereld elkaar ontmoeten. Het resultaat van dat samengaan vinden we terug in zijn Bidboek en Bidprints.
[…]
Lees hier het hele interview met Arthur Prins.